Op Rechtspraak.nl is een uitspraak te vinden over twee kopers die zich op de Amstelveense huizenmarkt begaven, een bod deden op een woning en vervolgens, volgens de rechter, onterecht een beroep deden op hun financieringsvoorbehoud. Dat levert de kopers een enorm (financieel) drama op: bijna 100.000 euro boete. Lees hieronder het verhaal en de uitspraak.
Inhoud
Getekende koopovereenkomst
Het verhaal zit zo: de twee kopers hadden op 22 juni een koopovereenkomst met de verkopers getekend. Hierin stond uiteraard vermeldt dat het huis voor 952.251,00 verkocht werd, en tevens werd in deze overeenkomst netjes vermeldt dat de kopers van hun aankoop afkonden wanneer zij binnen een maand geen hypotheek voor de woning rond kregen. Tot zover niets vreemd.
Ander huis op Funda
Exact twee maanden later zagen de twee kopers vanaf hun vakantieadres een ander huis op Funda verschijnen voor een vergelijkbare prijs. Dezelfde avond brachten de twee kopers een bod uit (ongezien kennelijk, sowieso onverstandig) en twee dagen later meldde de makelaar van de verkopers dat hun bod werd geaccepteerd.
Aankoopmakelaar
De aankoopmakelaar belde vervolgens de verkopers van het eerste huis op met de mededeling dat er ‘extreem lange wachttijden’ bij de bank waren en gaf de mededeling dat de kopers hun financiering helaas niet rond kregen. Meestal is de kous dan wel af, maar in dit geval rook de makelaar en/of de verkoper een vals spelletje en maakten zij een stap naar de rechter.
De verkopers van het eerste huis in Amstelveen wilden daarom dat de kopers de gebruikelijke 10 procent van de koopsom als boete zouden gaan betalen. Volgens hen hadden de kopers ook niet goed laten zien of ze wel echt al het mogelijke hebben gedaan om hun financiering rond te krijgen. Dat zij wel gewoon een bod zonder financieringsvoorbehoud op een ander huis deden, duidde er volgens de verkopers op dat zij spijt hadden gekregen van hun eerste bod.
Vonnis
Volgens de rechtbank gaven de ingeleverde stukken van de kopers inderdaad niet veel duidelijkheid. Zo waren de salarissen van de kopers niet op het hypotheekaanvraagformulier zichtbaar en was de afwijzingsbrief van de bank ‘zeer summier’.
De rechtbank schrijft in haar vonnis: “Het feit dat zij vervolgens op 22 juli 2022, dus nog voordat zij op 25 juli 2022 een beroep deden op het financieringsvoorbehoud, een bod hebben uitgebracht voor nagenoeg dezelfde prijs als waarvoor zij de woning van Verkopers hebben gekocht, naar onbetwist is gesteld: zonder financieringsvoorbehoud – doet vermoeden dat zij wel in staat waren de kooprijs aan verkopers te voldoen.”
Verklaring kopers
De kopers kwamen met de verklaring dat zij de tweede woning pas in oktober of november hoefden af te nemen en dat ze dan waarschijnlijk de financiering wel rond zouden krijgen, omdat 2022 een heel goed jaar was voor de onderneming van één van hen. De rechtbank vond dit echter onvoldoende onderbouwd en ‘in het licht van het voorgaande niet geloofwaardig’.
Naast de 95.225,00 aan contractuele boete moeten de Amstelveners ook nog ruim 2.400 euro aan proceskosten aan de verkopers overmaken.
